De wereld is getuige van een aanzienlijke verschuiving in de energie-investeringen, waarbij de transitie naar schone bronnen aan kracht wint. Volgens het rapport van het Internationaal Energieagentschap (IEA), getiteld ‘World Energy Investment 2023’, liggen de mondiale investeringen in schone energie op koers om in 2023 een indrukwekkend bedrag van 1,7 biljoen dollar te bereiken. Deze stijging weerspiegelt een verschuiving in de prioriteiten van investeerders, gedreven door de groeiende zorgen over betaalbaarheid en zekerheid van energie, evenals de urgentie om de klimaatverandering te bestrijden.
Een van de belangrijkste redenen voor meer investeringen in schone energie is het groeiende bewustzijn over de negatieve gevolgen van fossiele brandstoffen voor het milieu en de menselijke gezondheid. De mondiale energiecrisis, met prijsschommelingen en tekorten, heeft de kwetsbaarheid van deze niet-hernieuwbare energiebronnen benadrukt. Als gevolg hiervan kiezen steeds meer landen, bedrijven en individuen voor duurzame oplossingen die afhankelijk zijn van hernieuwbare energiebronnen en schone technologieën.
Het rapport voorspelt een jaarlijkse stijging van de investeringen in schone energie met 24% tussen 2021 en 2023. Hernieuwbare energiebronnen en elektrische voertuigen lopen voorop in deze trend en stimuleren de groei in deze sector. Zonne-, wind-, waterkracht- en biomassa-energie ontvangen een aanzienlijk deel van de investeringen, waardoor de geïnstalleerde capaciteit en de opwekking van hernieuwbare energie over de hele wereld toenemen. Tegelijkertijd winnen elektrische voertuigen aan populariteit, wat de ontwikkeling van oplaadinfrastructuur en de grootschalige productie van efficiëntere batterijen stimuleert.
Het is echter belangrijk op te merken dat ruim 90% van deze toename in investeringen in schone energie afkomstig is uit geavanceerde economieën en China. Deze concentratie van investeringen brengt het risico met zich mee dat de mondiale kloof in de transitie naar schone energie groter wordt. Om een werkelijk mondiale energietransformatie te verwezenlijken en de uitdagingen van de klimaatverandering aan te pakken, is het essentieel dat ook andere regio’s hun inspanningen opvoeren en in duurzame oplossingen investeren.
Het rapport benadrukt de noodzaak van duidelijk beleid en overheidssteun om de transitie naar schone energie over de hele wereld te stimuleren. Bovendien is het van essentieel belang om internationale samenwerking te bevorderen en kennis en technologieën te delen om barrières te overwinnen die de adoptie van hernieuwbare energiebronnen en schone technologieën in verschillende regio’s kunnen belemmeren.
Nu de mondiale investeringen in schone energie blijven toenemen, moeten we dit momentum benutten en de transitie naar een duurzame toekomst versnellen. Schone energie draagt niet alleen bij aan het tegengaan van de klimaatverandering, maar bevordert ook de economische ontwikkeling, het creëren van groene banen en een betere levenskwaliteit. Het pad naar een duurzamere toekomst is duidelijk, en het is tijd om samen in actie te komen en de kansen die schone energie biedt optimaal te benutten.
Het Internationaal Energieagentschap definieert energiezekerheid als de voortdurende beschikbaarheid van betaalbare energiebronnen. Historisch gezien waren de discussies over energiezekerheid vooral gericht op het aanbod van fossiele brandstoffen, met de nadruk op olie. Met de aanhoudende mondiale energiecrisis is het echter duidelijk dat de energiezekerheid zich niet langer uitsluitend op traditionele brandstoffen kan concentreren.
De transitie naar schone energie vereist een alomvattende blik op de energiezekerheid. De veiligheid op lange termijn hangt af van tijdige investeringen in de energie-infrastructuur die aan de groeiende vraag kan voldoen. Veiligheid op de korte termijn houdt verband met het vermogen van het energiesysteem om snel te reageren op plotselinge veranderingen in de balans tussen vraag en aanbod.
Momenteel vertegenwoordigen fossiele brandstoffen nog steeds ongeveer 80% van de mondiale energiematrix, wat het belang benadrukt van het garanderen van de zekerheid van de levering van deze brandstoffen tijdens de transitie naar schone energie. De aandacht mag echter niet worden afgeleid van de zekerheid van de transitie naar schone energie.
De race naar een netto nuluitstoot zal de aandacht vestigen op de voorzieningszekerheid van schone energietechnologieën. Volgens het Net Zero Emissions Scenario in 2050 zal hernieuwbare energie halverwege deze eeuw in tweederde van de mondiale energiebehoefte voorzien. Bronnen zoals zonne- en windenergie zullen meer dan een derde van de energiemix bijdragen, vergeleken met slechts 2% momenteel. Bovendien zal meer dan tweederde van de elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare bronnen komen.
Daarentegen zullen fossiele brandstoffen in 2050 slechts ongeveer 20% van de energiemix vertegenwoordigen, waarbij het gebruik van steenkool aanzienlijk zal afnemen. Tegen 2030 zal de gecombineerde markt voor belangrijke schone energietechnologieën de oliemarkt overtreffen. Veel van deze technologieën zijn echter afhankelijk van binnenlandse hulpbronnen zoals zon en wind, terwijl apparatuur, kritieke mineralen, materialen en componenten die nodig zijn om deze hulpbronnen te exploiteren en gerelateerde apparatuur te vervaardigen vaak afhankelijk zijn van mondiale toeleveringsketens.
Het waarborgen van de energiezekerheid in dit nieuwe tijdperk vereist een alomvattende aanpak. Dit omvat adequate investeringen in de infrastructuur voor schone energie, de ontwikkeling van veerkrachtige toeleveringsketens en prikkels voor de lokale productie van technologieën en componenten. Bovendien zijn internationale samenwerking en kennisuitwisseling essentieel om gemeenschappelijke uitdagingen het hoofd te bieden en een mondiale transitie te bevorderen.
Internationale acties gericht op energiezekerheid en gelijkheid
SDG 7 (Sustainable Development Goal 7) heeft tot doel universele toegang tot betaalbare, betrouwbare, duurzame en moderne energiediensten te garanderen. Om dit doel te bereiken is het echter noodzakelijk om verbindingen tot stand te brengen tussen SDG 7 en andere SDG’s, waarbij wordt erkend dat toegang tot energie essentieel is voor duurzame ontwikkeling op verschillende gebieden.
De afgelopen jaren is het groeitempo van de toegang tot elektriciteit onvoldoende geweest, waardoor veel mensen nog steeds zonder elektriciteit zitten. Tussen 2019 en 2021 bedroeg de jaarlijkse toename van het aantal mensen met toegang tot elektriciteit 114 miljoen, vergeleken met de 129 miljoen die tussen 2010 en 2019 jaarlijks werd waargenomen. Dit vertegenwoordigt een groei van slechts 0,71 TP3T per jaar tussen 2010 en 2019, wat daalde tot 0,6% per jaar tussen 2019 en 2021.
Om de doelstelling van universele toegang tot elektriciteit in 2030 te verwezenlijken, is het noodzakelijk om het groeitempo aanzienlijk te versnellen. Het jaarlijkse groeitempo van de toegang tot elektriciteit moet minimaal 1 procentpunt bedragen vanaf 2021. Deze versnelling moet vooral gericht zijn op de regio ten zuiden van de Sahara, waar gemiddeld meer dan 5 procentpunten per jaar vooruitgang nodig is. komende negen jaar.
Er is een belangrijke onderlinge samenhang met SDG 1 (Uitroeiing van Armoede). Toegang tot energie is van fundamenteel belang voor het verbeteren van de levensomstandigheden van mensen in armoede. Een betrouwbare en betaalbare energievoorziening kan de economische groei stimuleren, banen creëren en de productiviteit verbeteren, waardoor de armoede wordt teruggedrongen en het welzijn wordt vergroot.
Bovendien is de samenhang met SDG 3 (Gezondheid en Welzijn) evident. Toegang tot schone en betrouwbare energiebronnen is van fundamenteel belang voor het verbeteren van de kwaliteit van de gezondheidszorg. Er is elektrische energie nodig om medische apparatuur van stroom te voorzien, zorginstellingen te verlichten, te zorgen voor een adequate opslag van medicijnen en vaccins, en toegang tot gezondheidszorginformatie en -communicatie mogelijk te maken.
Wat de interconnectie met SDG 4 (Kwaliteitsonderwijs) betreft, is toegang tot energie van fundamenteel belang om een adequate leeromgeving te garanderen. Scholen en onderwijscentra hebben elektriciteit nodig voor verlichting, het gebruik van onderwijstechnologieën, internettoegang en de bediening van audiovisuele apparatuur. Toegang tot energie draagt bij aan het verbeteren van de kwaliteit en gelijkheid van het onderwijs.
De onderlinge verbinding tussen SDG 7 en SDG 8 (Waardig werk en economische groei) is ook van cruciaal belang. Toegang tot energie is een voorwaarde voor duurzame economische groei. Het maakt de ontwikkeling van productieve activiteiten mogelijk, bevordert het ondernemerschap, verbetert het concurrentievermogen van bedrijven en creëert fatsoenlijke werkgelegenheidskansen.
Bovendien is SDG 13 (Action against Global Climate Change) ook verbonden met SDG 7. De transitie naar schone en duurzame energiebronnen is essentieel om de gevolgen van de klimaatverandering te verzachten. Investeringen in hernieuwbare energie, energie-efficiëntie en schone technologieën dragen bij aan het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen en het opbouwen van een duurzamere toekomst.
Om deze onderlinge verbanden tussen SDG 7 en andere SDGs te bevorderen, is het noodzakelijk om politiek engagement te tonen en beleid te voeren dat de sociaal-economische voordelen van toegang tot energie maximaliseert. Volgens de prognoses van het Internationaal Energieagentschap zijn aanzienlijke investeringen nodig om tegen 2030 universele toegang tot elektriciteit te bereiken.
Het Off-Grid Solar Market Trends Report 2022, opgesteld door verschillende organisaties, onthult belangrijke informatie over de off-grid zonne-energiesector. Het rapport benadrukt dat zonne-energietechnologieën de meest economische en levensvatbare oplossing zijn gebleken om tegen 2030 universele toegang tot elektriciteit te bereiken, waarbij deze technologieën naar verwachting de komende vijf jaar zullen worden gebruikt in 55% van nieuwe huishoudelijke aansluitingen.
Uit het rapport blijkt dat eind 2021 ruim 490 miljoen mensen toegang hadden tot zonne-energiepakketten, een stijging ten opzichte van de 420 miljoen in 2019. Veel mensen krijgen het hoogste toegangsniveau (Tier 2.a) via Pay As You Go (PAYG) bedrijfsmodel.
Het rapport benadrukt echter dat het PAYG-model mogelijk niet voldoende is om de betaalbaarheidskloof te dichten, aangezien tussen de 177 en 277 miljoen mensen zonder toegang zich momenteel geen Tier 1-zonnestelsel kunnen veroorloven vanwege hogere prijzen en inkomensbeperkingen.
De off-grid zonne-energiesector heeft een aanzienlijke impact op het scheppen van banen, vooral in plattelandsgebieden waar het aanbod aan banen beperkt is. Het rapport wijst erop dat honderdduizenden banen worden gecreëerd door bedrijven in deze sector, waarvan meer dan de helft zich in plattelandsgebieden bevindt. Dit draagt bij aan een hoger inkomen en biedt kansen voor de jonge bevolking in deze gebieden.
Bovendien erkennen overheden, investeerders en ontwikkelingspartners steeds meer het potentieel van off-grid zonne-energieoplossingen om openbare instellingen zoals plattelandsscholen en gezondheidsklinieken van stroom te voorzien. Off-grid verlichtingssystemen en power packs op zonne-energie zijn ontworpen om het productieve gebruik van elektriciteit te bevorderen en voeden meer dan 10 miljoen micro- en kleine bedrijven over de hele wereld. Er is ook een aanzienlijke kans om zonne-energie te benutten voor productieve toepassingen in de landbouwsector, zoals het pompen van water op zonne-energie of koudeopslag op zonne-energie, wat de levensstandaard van naar schatting 22 miljoen kleine boeren in Afrika bezuiden de Sahara snel zou kunnen verbeteren. in India.
Elektrische energie is een essentiële voorwaarde voor sociaal-economische ontwikkeling, het verbeteren van de levenskwaliteit en het bereiken van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen. Het stimuleert het onderwijs, de gezondheidszorg, het ondernemerschap en de productiviteit, en biedt kansen om de uitdagingen van de klimaatverandering aan te pakken door het gebruik van hernieuwbare energie.
Daarom is het van cruciaal belang dat belanghebbenden hun inspanningen resoluut verdubbelen om ervoor te zorgen dat toegang tot elektriciteit voor iedereen een realiteit is.
Vergroten van de toegang tot klimaatbestendige energie: onderlinge verbindingen tussen SDG 7 en SDG 13
Het vergroten van de toegang tot klimaatbestendige energie is een fundamentele uitdaging die verbonden is met Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG) 7, die betrekking heeft op de toegang tot schone en betaalbare energie, en SDG 13, gerelateerd aan klimaatactie. Om aan de internationale verplichtingen op het gebied van de klimaatverandering te voldoen en universele toegang tot energie te bewerkstelligen, vooral in de minst ontwikkelde landen, is het essentieel om veerkrachtiger energiesystemen op te bouwen.
Het uitbreiden van elektriciteit via mininetwerken of op zichzelf staande systemen kan een belangrijke rol spelen bij het op een klimaatvriendelijke manier aanpakken van de energie-uitdagingen en het in stand houden van de bestaansmiddelen, vooral in afgelegen en moeilijk bereikbare gebieden. Het is echter noodzakelijk om te erkennen dat deze moderne elektrische infrastructuur kwetsbaar is voor klimaatverandering, waardoor de vooruitgang die al is geboekt op het gebied van de toegang tot moderne en betaalbare energie in gevaar komt.
Aanpassing aan de klimaatverandering kan ook de vraag naar energie doen toenemen, en het voldoen aan deze vraag met hernieuwbare energie vereist een sterke integratie van hernieuwbare bronnen in de aanpassingsagenda. Daarom is het van cruciaal belang om tegen lagere kosten een geïntegreerde planning uit te voeren die voldoet aan de behoeften van consumenten aan betrouwbare en efficiënte energiediensten.
Overheden spelen een cruciale rol bij het creëren van een gunstig klimaat voor het aantrekken en beheren van het particuliere kapitaal dat nodig is om schone elektrificatie op het elektriciteitsnet te stimuleren, terwijl ze publieke middelen inzetten om investeringen van de particuliere sector in gedecentraliseerde toegang tot elektriciteit aan te moedigen. Het opnemen van klimaatveranderingsoverwegingen in het nationale beleid, de strategieën en de planning voor de toegang tot energie is van cruciaal belang voor het versterken van de veerkracht en het aanpassingsvermogen aan klimaatgerelateerde gevaren en rampen.
Een van de uitdagingen waarmee we worden geconfronteerd is echter de verwerving van klimaat-, energie- en sociaal-economische gegevens met hoge resolutie, vooral in regio's als Afrika. Er is behoefte aan het opbouwen van de capaciteit van publieke en private belanghebbenden om deze gegevens te verzamelen, beheren en gebruiken bij de planning, financiering en beleidsvorming met betrekking tot de toegang tot klimaatbestendige energie.
Daarom is het essentieel om de capaciteit van lokale, nationale en regionale belanghebbenden te versterken om relevante gegevens te verwerven, te beheren en te gebruiken, waarbij rekening wordt gehouden met kwesties als privacy, eigendom en gegevensuitwisseling tussen entiteiten. Door dit te doen zal het mogelijk zijn om de toegang tot klimaatbestendige energie uit te breiden en stappen te zetten in de richting van het verwezenlijken van SDGs 7 en 13, wat bijdraagt aan een duurzamere en klimaatbestendigere toekomst.
Duurzaamheid bevorderen: de onderlinge afhankelijkheid tussen toegang tot energie en SDGs 7, 4 en 3 in scholen en gezondheidszorginstellingen
Het vergroten van de toegang tot energie in scholen en gezondheidszorginstellingen is nauw verbonden met de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) 7, 4 en 3, die respectievelijk ‘Betaalbare en Schone Energie’, ‘Kwaliteitsonderwijs’ en ‘Gezondheid en Welzijn’ zijn. Deze onderlinge samenhang tussen de SDG’s laat zien hoe toegang tot energie van fundamenteel belang is voor het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en het bevorderen van het welzijn in gemeenschappen.
Toegang tot moderne, betrouwbare energie op scholen speelt een cruciale rol bij het bevorderen van kwalitatief hoogstaand onderwijs. De beschikbaarheid van energie maakt adequate verlichting, verwarming en koeling van klaslokalen, het gebruik van informatie- en communicatietechnologieën en het gebruik van leermiddelen mogelijk. Dit draagt bij aan een gunstiger leeromgeving, trekt nieuwe docenten aan en verhoogt de retentie van studenten.
Bovendien vergemakkelijkt de toegang tot energie op scholen het schoolbeheer en de toegang tot leermiddelen en lesmateriaal. Dit verbetert de efficiëntie van scholen en draagt bij aan kwaliteitsonderwijs, omdat leraren toegang hebben tot de hulpmiddelen en materialen die nodig zijn om een verrijkende leerervaring te bieden.
Ook de beschikbaarheid van elektriciteit in studentenwoningen speelt een belangrijke rol bij de toegang tot onderwijs. Veel kinderen ondervinden moeilijkheden bij het inzamelen van brandstof voor huishoudelijk gebruik, wat tijdrovend is en hun schoolprestaties negatief beïnvloedt. Bovendien kan een gebrek aan elektriciteit thuis de studietijd van studenten beperken, vooral in het donker. Met toegang tot energie hebben studenten meer mogelijkheden om te studeren, waardoor het schoolbezoek, de academische prestaties, de geletterdheid en het voltooiingspercentage toenemen.
Miljoenen kinderen zijn verhinderd hun onderwijs voort te zetten vanwege een gebrek aan deze middelen, wat een negatieve invloed heeft op hun leerproces en het risico met zich meebrengt dat ze niet meer naar school kunnen terugkeren. Regio's zoals het ten zuiden van de Sahara gelegen deel van Afrika hebben weinig toegang tot elektriciteit op scholen, wat de dringende behoefte aan verbeteringen op dit gebied benadrukt.
Geconfronteerd met deze uitdagingen is het belangrijk om technologie in te zetten om onderwijsbarrières te overwinnen. Sommige landen voeren al innovatieve programma's uit om de toegang tot onderwijs te bevorderen. In Sierra Leone biedt ‘SMS Dictionary’ studenten bijvoorbeeld toegang tot elektriciteit, zelfs zonder internettoegang, waardoor ze hun telefoons kunnen opladen en nieuwe woorden kunnen leren. Radio-instructie, die werd gebruikt tijdens de Ebola-crisis van 2014, speelde ook een cruciale rol bij het op school houden van kinderen tijdens de pandemie. Daarnaast wordt ook het gebruik van tablets, die kunnen worden opgeladen via off-grid stroomoplossingen, overgenomen.
Het versnellen van de financiering voor betaalbare mini-grids en autonome systemen, inclusief batterijopslagtechnologieën, is een belangrijke stap in de richting van kwaliteitsonderwijs, met aanzienlijke gevolgen voor verschillende andere duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s). Het is essentieel om innovatieve oplossingen aan te nemen die de toegang tot energie op scholen vergroten als onderdeel van een geïntegreerde strategie om onderwijs toegankelijk en inclusief te maken voor iedereen, vooral voor voorheen gemarginaliseerde groepen zoals zwangere studenten, plattelandsstudenten en mensen met een handicap.
Investeren in het verbeteren van de toegang tot energie op scholen geeft de volgende generatie technologieleiders meer mogelijkheden en voorziet hen van de vaardigheden die nodig zijn om de energietransitie aan te sturen. Het is belangrijk om ecologische en energie-educatieve aspecten in het leerplan op te nemen, waardoor jongeren worden voorbereid als agenten van verandering bij het aangaan van de energie-uitdagingen van de toekomst.
Bovendien is de beschikbaarheid van betrouwbare elektriciteit van cruciaal belang voor levensreddende medische en noodoperaties. Het gebrek aan betrouwbare stroom brengt de werking van medische apparatuur en instrumenten, de watervoorziening voor sanitaire voorzieningen, het onderhoud van immunisatiesystemen die afhankelijk zijn van de koudeketen, en andere fundamentele voorzieningen in gevaar. Daarom is het garanderen van adequate elektrificatie in zorginstellingen van groot belang.
Onlangs heeft een onderzoek het belang van het elektrificeren van gezondheidszorgfaciliteiten benadrukt en prioritaire acties voor regeringen en ontwikkelingspartners gepresenteerd. Investeren in de elektrische infrastructuur van deze medische faciliteiten is van cruciaal belang voor het verbeteren van de gezondheidszorg en het waarborgen van de toegang tot essentiële medische diensten, vooral in afgelegen gebieden of gebieden met weinig middelen.
Kortom, versnelde financiering voor betaalbare mini-grids en autonome systemen, samen met het gebruik van batterijopslagtechnologieën, is een essentiële maatregel om de toegang tot energie in scholen en gezondheidszorginstellingen te vergroten. Deze innovatieve oplossingen spelen een fundamentele rol bij het bevorderen van inclusief en kwalitatief onderwijs, en bij het waarborgen van de goede werking van medische en hulpdiensten.
Energie, gelijkheid en vrede verbinden: de onderlinge verbindingen tussen SDG 7, SDG 5 en SDG 16
Het vergroten van de toegang tot energie is een cruciale kwestie die verband houdt met onderlinge verbindingen tussen Duurzame Ontwikkelingsdoelstelling (SDG) 7, die tot doel heeft de toegang tot schone en betaalbare energie voor iedereen te garanderen, SDG 5, die streeft naar het bereiken van gendergelijkheid, en SDG 16, die verband houdt met kwetsbaarheid, conflict en geweld.
Toegang tot elektriciteit speelt een sleutelrol bij de economische empowerment van vrouwen en het bevorderen van gendergelijkheid. Genderresponsief elektrificatiebeleid en -regelgeving hebben waarschijnlijk meer succes en een inclusieve aanpak, waarbij vrouwen deelnemen aan de energiebeleidsvorming, leidt tot meer alomvattende oplossingen voor de toegang tot elektriciteit.
In verschillende landen ten zuiden van de Sahara zijn gendergevoelige energiebeleidskaders aangenomen om de uitbreiding van de elektrificatie te bevorderen. Het gebrek aan naar geslacht uitgesplitste gegevens beperkt echter het vermogen om inclusief beleid te ontwikkelen en het vrouwelijk ondernemerschap in de energiesector te versterken.
Fragiliteit en energiearmoede zijn nauw met elkaar verbonden. Instabiliteit en conflicten belemmeren de ontwikkeling van infrastructuur en investeringen in elektrificatie, waardoor de bestaande kwetsbaarheden worden verergerd.
Mensen die in situaties van kwetsbaarheid, conflict en geweld (FCV) of in afgelegen gebieden leven, worden geconfronteerd met extra belemmeringen bij de toegang tot energie, samen met hogere kosten. Ontheemden worden ook geconfronteerd met aanzienlijke uitdagingen, omdat ze minimale toegang hebben tot elektriciteit en, indien beschikbaar, vaak afhankelijk zijn van dure, inefficiënte, onveilige en milieuschadelijke energiebronnen. Logistieke en technische uitdagingen maken het moeilijk om toegang te bieden tot energie in tijden van ontheemding, waardoor de risico's toenemen en de potentiële voordelen afnemen.
Kampen en nederzettingen voor ontheemden zijn bijzonder moeilijk te bereiken gebieden met elektriciteit, vanwege de armoede van de bewoners, de afgelegen ligging en de hoge initiële kapitaalkosten. Als gevolg hiervan ontberen de meeste water-, gezondheidszorg- en onderwijsvoorzieningen op deze locaties betrouwbare, moderne toegang tot energie. In deze gebieden wordt momenteel gewerkt aan solarisering, met als doel hernieuwbare energie, zoals zonne-energie, te leveren aan waterpompstations, gezondheidszorginstellingen en scholen in ontheemdingscontexten.
Investeren in hernieuwbare oplossingen, zoals zonne-energie, op deze gebieden is van cruciaal belang om vooruitgang te boeken op het gebied van SDG 7. Deze oplossingen kunnen betrouwbare en duurzame toegang tot energie bieden, waardoor de levensomstandigheden van mensen in kwetsbare en conflictsituaties worden verbeterd.
Om de kwetsbaarheden van gedwongen ontheemden en hun impact op lokale gemeenschappen duurzaam aan te pakken, vereisen energietoegangsprojecten in ontheemdenomgevingen gedifferentieerde benaderingen van standaardontwikkeling. Het is noodzakelijk om empirisch onderbouwde en goedkopere programma’s uit te voeren die steun omvatten voor de inzet van mini-grid-technologieën en autonome systemen. Deze programma's moeten kwetsbare bevolkingsgroepen erkennen als belangrijke besluitvormingsagenten en mensen in het middelpunt van de belangstelling plaatsen, in plaats van zich uitsluitend te concentreren op noodhulpprogramma's.
Om zinvolle verbeteringen te bereiken is het belangrijk om de toegang tot energie te koppelen aan programmaprikkels, kwetsbare bevolkingsgroepen te integreren in specifieke financieringsvensters, en de ontwikkeling te ondersteunen van technologieën en vaardigheden die de specifieke toegangsproblemen aanpakken waarmee deze kwetsbare bevolkingsgroepen worden geconfronteerd.
Het concentreren van de inspanningen op het gebied van toegang tot energie en de financiering ervan op mensen die lijden onder kwetsbaarheid, conflicten en geweld, maar ook op vrouwen en meisjes, heeft multiplicatoreffecten op het terugdringen van de armoede, het bevorderen van sociale inclusie, het terugdringen van genderongelijkheid en het verwezenlijken van andere Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s). Het is daarom van cruciaal belang dat de nationale energietoegangsplannen, infrastructuur en regelgevingskaders deze bevolkingsgroepen op een inclusieve, effectieve en duurzame manier integreren in de bredere energietoegangsstrategie.
Om het succes van deze initiatieven te garanderen, is het essentieel om het gunstige klimaat voor toegang tot energie te versterken, door beleid en regelgeving te bevorderen die gevoelig zijn voor de behoeften van kwetsbare bevolkingsgroepen. Dit omvat de actieve deelname van deze bevolkingsgroepen bij het formuleren van beleid, het verzamelen van naar geslacht uitgesplitste gegevens en het bevorderen van opleidings- en ontwikkelingsprogramma's voor vaardigheden die de specifieke uitdagingen aanpakken waarmee deze gemeenschappen worden geconfronteerd.
Energie, werk en infrastructuur verbinden: de synergieën tussen SDGs 7, 8 en 9 voor duurzame toegang tot energie
Om de toegang tot energie op een efficiënte en duurzame manier te vergroten, is het noodzakelijk om markten te stimuleren en de regulering van bestaande structuren te verbeteren. Deze aanpak verbindt de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) 7, 8 en 9, die betrekking hebben op betaalbare en schone energie, fatsoenlijk werk en economische groei, maar ook op industrie, innovatie en infrastructuur.
De VN hebben in 2021 de Energiedialoog op hoog niveau bijeengeroepen, met als doel de implementatie van SDG 7 te versnellen, samen met andere doelstellingen van de Agenda 2030 en de Overeenkomst van Parijs. De dialoog resulteerde in aanbevelingen om van universele toegang tot elektriciteit een politieke, economische en ecologische prioriteit te maken, het faciliterende beleid en de regelgevingskaders te versterken en de financiering te sturen die nodig is om tegen 2030 universele toegang tot energie te bereiken.
Veel ontwikkelingseconomieën worden geconfronteerd met uitdagingen als schaarse financiering, beperkte middelen voor risicobeperking, ontoereikende openbare diensten en een lage capaciteit bij de relevante instanties, waardoor het moeilijk wordt projecten voor de toegang tot energie te financieren. Om deze uitdagingen het hoofd te bieden, moet er specifiek beleid worden geïmplementeerd om de infrastructuur uit te breiden, de technologie te upgraden en doelstellingen voor moderne en duurzame energiediensten te bereiken, binnen een passend regelgevingskader. Elk land moet voorwaarden scheppen die nieuwe en innovatieve manieren ondersteunen om de transparantie te bevorderen, de verantwoordingsplicht te waarborgen en de investeringsrisico's te verminderen. Bovendien is het belangrijk om de kloof tussen vastleggingen en uitbetalingen te dichten, inefficiënte subsidies terug te dringen en voorspelbare en haalbare methoden te identificeren om publieke middelen aan te trekken, vooral om de vitaliteit van kleine en middelgrote ondernemingen te vergroten.
Regelgevings- en beleidskaders voor de toegang tot elektriciteit moeten zo worden ontworpen dat innovatie in de energietechnologie wordt ondersteund en financiële investeringen worden aangetrokken, met als doel betaalbare en betrouwbare elektriciteit te leveren en tegelijkertijd de economische groei te stimuleren. De Regulatory Indicators for Sustainable Energy (RISE) van de Wereldbank is een instrument dat het politieke en regelgevende klimaat voor publieke en private investeringen in duurzame energie meet. Deze beoordeling helpt de prestaties op het gebied van de toegang tot elektriciteit te identificeren en beleid en regelgeving aan te passen om een gunstiger klimaat te bevorderen.
Door markten te stimuleren en de regelgeving te verbeteren, kunnen we randvoorwaarden scheppen voor de ontwikkeling van innovatieve energieoplossingen, investeringen aantrekken en universele en duurzame toegang tot energie garanderen.
Goede regelgevings- en beleidskaders zijn van fundamenteel belang om het productieve gebruik van elektriciteit te stimuleren, inkomen en werkgelegenheid in lokale gemeenschappen te genereren en zo bij te dragen aan armoedebestrijding. Geïntegreerde energietoegangsplanning, met speciale aandacht voor de uitbreiding van mini-grid- en off-grid-systemen, is essentieel voor de ontwikkeling van deze structuren. Naast het bevorderen van productief gebruik op lokaal niveau kunnen beleid en regelgeving op basis van geïntegreerde planning voldoen aan de energiebehoeften van de industrie, vooral kleine en middelgrote bedrijven, particuliere investeringen in de energiesector aantrekken en de positieve effecten van deze sector op de energiesector vermenigvuldigen. de economie als geheel.
Een concreet voorbeeld is de voortdurende inspanning in Afrika om de instrumenten en methodologieën voor het vaststellen van tarieven voor mini-netwerken door alle toezichthouders heen te integreren. Deze integratie kan de inzet van mininetwerken in de hele regio stimuleren, waardoor economische activiteiten worden gestimuleerd die afhankelijk zijn van de toegang tot moderne en betrouwbare energie. Om de onderlinge verbanden met de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) 8 (Waardig Werk en Economische Groei) en 9 (Industrie, Innovatie en Infrastructuur) te verkennen, is het van cruciaal belang dat het beleid en de regelgeving voor toegang tot energie prikkels bevatten voor sectoroverschrijdende samenwerking: Ondersteuning van technologische Innovatie en digitalisering kunnen de kosten verlagen, de efficiëntie in de waardeketen verhogen en de facturering en verantwoording verbeteren. Dit moedigt op zijn beurt investeringen aan die de mogelijkheden vergroten om de kloof in de toegang tot energie te dichten, terwijl ze aanzienlijke gevolgen genereren voor meerdere sectoren. Technologieplatforms die ontwikkelaars, investeerders en leveranciers met elkaar verbinden in grootschalige aanbestedingen voor mini-grids kunnen bijvoorbeeld mini-grid-projecten aansturen. Bovendien kan het gebruik van machine learning en kunstmatige intelligentie voor belastingbeheer, planning en onderhoud de kosten minimaliseren en middelen efficiënter toewijzen, waardoor de uitbreiding en verbetering van het elektriciteitsnet en andere energiediensten mogelijk wordt.
Regeringen moeten overwegen om digitale technologieën en de interoperabiliteit van componenten te implementeren bij het versterken en actualiseren van nationale institutionele netwerksystemen en wettelijke kaders die normen en regelgeving voor energieproducten en -diensten begeleiden. Op deze manier is het mogelijk om een omgeving te creëren die bevorderlijk is voor het bevorderen van de toegang tot energie op een efficiënte, duurzame manier en met positieve gevolgen voor meerdere sectoren van de economie.
De noodzaak om steunmaatregelen te richten op de meest behoeftigen
Sinds het begin van de mondiale energiecrisis hebben regeringen een aanzienlijke hoeveelheid middelen toegewezen aan maatregelen voor de betaalbaarheid van de consument op de korte termijn, naast de bestaande steun- en subsidieprogramma's. Er wordt geschat dat ongeveer 14.000 miljard dollar aan deze maatregelen is toegewezen, waarbij ongeveer 301.000.000 ton van de uitgaven die in de afgelopen zes maanden zijn aangekondigd. Ondanks oproepen om deze middelen beter te richten op gezinnen en industrieën die het meest in nood zijn, is slechts 25% van de toegankelijkheidsmaatregelen gericht op gezinnen en industrieën met lage inkomens die het zwaarst getroffen zijn.
De Europese Unie onderscheidt zich als verantwoordelijke voor tweederde van de overheidssteun voor toegankelijkheid wereldwijd. Als gevolg hiervan heeft het land in 2021 te maken gehad met aanzienlijke stijgingen van de elektriciteits- en gasprijzen. Bovendien zijn de uitgaven voor consumentenondersteuning ook gestegen in de opkomende en ontwikkelingseconomieën, voornamelijk doordat overheden energiebedrijven compenseren voor operationele verliezen die ze tijdens de energiecrisis hebben geleden. prijzen stabiel. Dit heeft ertoe geleid dat er sinds 2020 meer middelen zijn besteed aan maatregelen voor de betaalbaarheid van de consument (140 miljard dollar) dan aan het ondersteunen van investeringen in schone energie (90 miljard dollar).
Hoewel noodmaatregelen een belangrijke rol spelen bij het beschermen van consumenten tegen hoge energieprijspieken, hebben ze een aanzienlijke impact op de overheidsbalansen. De subsidies voor fossiele brandstoffen bereikten in 2022 bijvoorbeeld een recordhoogte ooit. Deze situatie zou een bedreiging kunnen vormen voor het vermogen van sommige landen om verlichting op de korte termijn in evenwicht te brengen met gelijktijdige inspanningen om de energiezekerheid en -betaalbaarheid te verbeteren door middel van verhoogde energie-efficiëntie en investeringen in schone energie. Dit evenwicht is vooral een uitdaging in opkomende markten en ontwikkelingseconomieën als gevolg van reeds bestaande financiële spanningen.
Bijgevolg blijft het merendeel van de uitgaven aan betaalbaarheid en schone energie geconcentreerd in geavanceerde economieën. Deze besparingen zijn momenteel goed voor 93% van de totale overheidssteun voor investeringen in schone energie en 85% van de steun voor de betaalbaarheid van de consument. Deze ongelijkheid benadrukt de noodzaak van een rechtvaardiger verdeling van hulpbronnen, om ervoor te zorgen dat opkomende en zich ontwikkelende economieën ook kunnen profiteren van maatregelen die de toegankelijkheid van energie en investeringen in schone en duurzame bronnen bevorderen.
Het is van essentieel belang dat regeringen efficiënte en evenwichtige strategieën overwegen, die de financiële gevolgen proberen te verzachten en middelen op passende wijze inzetten, gericht op zowel onmiddellijke hulp als langetermijninspanningen om de uitdagingen van energiezekerheid, toegankelijkheid en duurzaamheid aan te pakken.
In twaalf landen die bijna 60% van de wereldbevolking vertegenwoordigen, zagen de gemiddelde huishoudens hun aandeel van het inkomen dat naar energie van huishoudens ging in 2022 stijgen, zelfs met substantieel overheidsingrijpen, omdat de energieprijzen de loonstijgingen overtroffen. Deze impact was zelfs nog groter voor armere gezinnen, die doorgaans een groter deel van hun inkomen aan energie besteden.
De landen van de Europese Unie zijn hoofdzakelijk verantwoordelijk voor de totale uitgaven aan toegankelijkheid en vertegenwoordigen twee derde van dit totaal. Duitsland levert in dit opzicht de grootste bijdrage en zal naar schatting op koers liggen om ongeveer de helft van zijn in oktober vorig jaar goedgekeurde budget van 200 miljard euro te besteden. Kroatië, Polen, Italië en Tsjechië behoren ook tot de landen van de Europese Unie die aanzienlijke pakketten toegankelijkheidsmaatregelen hebben geïmplementeerd. Buiten de Europese Unie heeft Australië onlangs in zijn begroting voor 2023-2024 de vrijgave van 3 miljard euro aangekondigd om de energieprijzen te verlagen, indien goedgekeurd.
Maatregelen die door regeringen zijn genomen, zoals belastingverlagingen, brandstofsubsidies en regulering van de energieprijzen, zijn grotendeels ten goede gekomen aan de algemene bevolking, in plaats van gericht te zijn op degenen die het meest in nood zijn. Ongeveer 75% van de wereldwijd toegewezen bedragen gaat naar de algemene bevolking, in plaats van naar huishoudens met lage inkomens of economische sectoren die het meest zijn blootgesteld aan stijgende energiekosten. Dit geeft aan dat eerdere oproepen om de steunmaatregelen doelgerichter te maken niet volledig gehoor hebben gekregen.
Het merendeel van de overheidsuitgaven aan maatregelen voor de betaalbaarheid van de consument, ongeveer 70% wereldwijd, gaat naar de ondersteuning van elektriciteit, aardgas en verwarming. Deze maatregelen zijn vooral geconcentreerd in Europa en Zuidoost-Azië, met als doel de hoge elektriciteits- en gasprijzen te compenseren. In andere landen, vooral in de opkomende en ontwikkelingseconomieën (EMDE's), zijn de prijzen voor transportbrandstoffen scherper gestegen. Als reactie daarop verleggen overheden in deze landen 65% van consumentensteun naar kortingen op transportbrandstoffen. Sommige regio's hebben verlaagde tarieven voor het openbaar vervoer ingevoerd, zoals de lancering van treinen tegen een vaste prijs en regionale buspassen in Spanje en Duitsland.
Hoewel deze begrotingsinterventies in theorie van korte duur zijn, roept het gebrek aan specifieke doelgerichtheid vragen op over de vraag of landen voldoende signalen naar consumenten sturen om onnodige consumptie terug te dringen, de efficiëntie te verhogen en alternatieve energiebronnen te zoeken. Sommige Europese regeringen hebben al laten doorschemeren dat ze van plan zijn belangrijke steunprogramma’s te verlengen tot eind volgend jaar, als een manier om zich voor te bereiden op mogelijke verstoringen van de energiemarkten tijdens de komende winter op het noordelijk halfrond.
Dit gebrek aan specifieke doelgerichtheid bij steunmaatregelen doet zorgen rijzen over het vermogen van landen om passende signalen naar consumenten te sturen, waardoor de vermindering van onnodige consumptie wordt aangemoedigd, de energie-efficiëntie wordt vergroot en de zoektocht naar alternatieve energiebronnen wordt bevorderd. Het is essentieel dat overheden een evenwicht vinden tussen het beschermen van consumenten tegen prijsstijgingen en het bevorderen van duurzaam gedrag. Op deze manier wordt het mogelijk om energie-uitdagingen efficiënter aan te pakken en stappen te zetten naar een duurzamere toekomst.